LOOGAROO - NAUTILUS

Artiest info
Website
facebook
Label: Trad Records

Alvast voor mij was de naam Loogaroo nieuw, maar natuurlijk: ik volg niet alles en ik kan dus in dezen als bijzonder achterlijk overkomen. Hoe dan ook, Loogaroo -de naam, mits correct uitgesproken, betekent zoveel als “weerwolf”) is een duo, bestaande uit gitarist Florian De Schepper en accordeonist Pablo Golder. De één is een beetje bekend als helft van het duo De Schepper/Sanczuk en als lid van Broes en Bogus, de ander al evenzeer een beetje bekend in balfolkmiddens als lid van Los Pablos en vooral Les Frères Tarzanelli. De één is helemaal klassiek geschoold en afgestudeerd aan het conservatorium, de ander heeft alles zelf geleerd en zou, naar het schijnt, zelfs geen noten kunnen lezen.

Ik het redelijk kleine wereldje van de hedendaagse folk van dit landje, komen muzikanten elkaar uiteraard tegen en zo komt het dat Florian en Pablo al ruim tien jaar af en toe samen optreden. Die twee kennen elkaar dus door en door en de zelfgekozen “stageperiode” levert alvast één geweldig voordeel op: deze heren hebben in de voorbije jaren enorm veel geleerd en onthouden en dat vertaalt zich erg goed bij het beluisteren van deze debuutplaat die, hoe kan het ook anders?- uitkomt bij het Trad-label van de firma Dhoore/Geerinck.

Tien erg gevarieerde, zelf gecomponeerde nummers -zes van Pablo, vier van Florian- leveren in totaal drie heerlijke kwartier ultra)fijne luistermuziek op, waarvan ik vermoed dat sommigen onderlegd genoeg zijn om erop te dansen, maar waar ik vooral bij herhaling en met veel plezier naar luister.

De titels, die gekozen werden voor de nummers zeggen nogal weinig over vorm en inhoud van de muziek, maar zijn geregeld grappig en intrigerend genoeg: ik wéét dat “Rikitikitavi” de mangoest uit Kipling’s “Jungle Book” is én dat Donovan ooit een gelijknamige song opnam. Ik wéét dat “La Chiave” (De Sleutel” een jaren tachtig-film is en dat Moreton Bay in Australië ligt, maar het is me allerminst duidelijk waarom deze of gene titel voor het ene of het andere nummer werd gekozen.

Veel maakt het allemaal niet uit: de muziek staat helemaal zelfstandig overeind en ze is boeiend, geraffineerd en krachtig tegelijk, tenger en teder, verrassend en ontroerend, maar vooral: ze getuigt van bijzonder veel vakmanschap en dus heb ik er geen enkele moeite mee dit duo met heel wijd opengespreide armen welkom te heten in onze nationale folk-scene.

Weet u, als een grootheid van het kaliber van Riccardo Tesi, na het horen van de plaat, als commentaar meegeeft dat de muziek een frisse wind is in het panorama van de wereldmuziek, dan ben ik niet geneigd die mens meteen tegen te spreken: mooier compliment kun je niet krijgen en het spreekt voor zich dat ik me daar graag bij aansluit! O ja, nog dit: het is bijzonder moeilijk uit te maken wie van de twee heren conservatorium heeft gedaan en wie het allemaal zelf geleerd heeft. Hulde daarvoor!

(Dani Heyvaert)